Open eind risico's
Participatie wet inkomensdeel
Gemeenten voeren de bijstand in medebewind uit. Gemeenten ontvangen hiervoor een specifieke uitkering van het Rijk (BUIG). Het aantal bijstandsgerechtigden is in 2019 met 1,6% gedaald maar is in het 1e halfjaar 2020 als gevolg van de coronacrisis, weer met 4% gestegen. Ten opzichte van de rijksbijdrage is er sinds 2015 een tekort op de bijstandsuitgaven. Voor 2021 wordt (berekend op basis van de rijksuitkering 2020) een tekort verwacht van € 4,3 miljoen. Dit tekort op de bijstandsuitgaven wordt structureel gedekt binnen de begroting 2021. In september 2020 kan dit nog worden bijgesteld want dan wordt het rijksbudget voor 2021 bekend gemaakt. Het maximale risico op de BUIG is 10% van het rijksbudget. Komt het tekort boven dit percentage dan worden de bijstandskosten voor 100% vergoed uit de Vangnetuitkering. Voor de risicomatrix wordt uitgegaan van het verschil tussen het bedrag van het verwacht tekort van € 4,3, dat structureel in de begroting 2021 is opgenomen, en het maximale risico zijnde € 4,5 miljoen. Omdat in de begroting bijna het gehele risico structureel is gedekt is wordt het financiële risico van een verdere toename van het aantal bijstandsgerechtigden in de risicomatrix gewogen op laag.
Minimabeleid
Het minimabeleid bestaat uit diverse open einde regelingen waaronder vergoedingen voor beschermingsbewind, kinderparticipatie regelingen, regelingen voor chronisch zieken en diverse inkomenstoeslagen. De budgetten voor minimabeleid zijn op niveau en de weging van het risico in de risicomatrix laag.
Leerlingenvervoer
Mede als gevolg van de aanbesteding heeft zich in 2019 een stijging van de kosten voorgedaan van € 232.000 boven de begroting. Door de coronacrisis is nu niet te zeggen of deze stijging structureel is. Vanwege deze onzekerheid is het bedrag van de overschrijding is in de risicomatrix opgenomen met als risicoweging midden.
Wmo
Wmo verstrekkingen en thuisondersteuning zijn open einde regelingen. Risico’s als afwenteling vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz), toename zorgbehoefte, druk vanuit wachtlijsten, wijzigingen in landelijke beleid, etc. komen hierin tot uitdrukking. In 2019 en 2020 zien we een forse toename van de zorgvraag door de invoering van het abonnementstarief en er is sprake van een stijging van de tarieven en prijzen boven de inflatiecorrectie. In de begroting 2021 wordt al rekening gehouden met een verdere stijging van de uitgaven. Over het effect van de coronacrisis op de zorgvraag over het gehele jaar 2020 en de doorwerking daarvan in de jaar 2021, is nu nog niets te zeggen. Door de onzekerheid over de ontwikkeling van de toename van de zorgvraag en de gevolgen van de coronacrisis is in de risicomatrix de risicoweging midden.
Eigen bijdrage
De invoering van het abonnementstarief heeft een nadelig financieel effect gehad op de ontvangsten uit eigen bijdragen. Dit nadelige effect is in 2020 al structureel in de begroting verwerkt. Tijdens de coronacrisis is door het CAK over twee maanden geen eigen bijdrage in rekening gebracht. Wij gaan er vanuit dat, voor de inkomsten die wij hierdoor zijn misgelopen, volledig door het Rijk worden gecompenseerd. De weging van dit risico is in de risicomatrix laag.
Jeugd
De activiteiten die de gemeente uitvoert in het kader van de Jeugdwet kenmerken zich hoofdzakelijk door het open einde karakter van de regelingen waarbij de toegang voor een belangrijk deel ligt bij de door de Jeugdwet aangewezen verwijzers. Risico is de gewijzigde wetgeving rondom het woonplaatsbeginsel die zorgt voor additionele lasten en een verschuiving van lasten tussen gemeenten, die zich op voorhand moeilijk laat inschatten. De verantwoording van de zorgaanbieders en de Sociale Verzekeringsbank - voor de persoonsgebondenbudgetten – verloopt moeizaam en leidt jaarlijks nog tot een omvangrijk bedrag aan onrechtmatigheden in de jaarrekening van de gemeente. De ontwikkeling van het rijksbudget voor Jeugdzorg houdt al jaren geen gelijke tred met de ontwikkeling van de zorgkosten. Daarbij komt dat de door het Rijk vastgestelde AMvB ‘reële tarieven’ de tarieven in de Jeugdzorg harder stijgen dan de compensatie die hiervoor in de algemene uitkering wordt ontvangen.
De financiële gevolgen van de coronacrisis zijn op dit moment nog niet in te schatten. Er zijn nog geen signalen dat de coronacrisis leidt tot een sterke stijging van de zorgvraag.
Voor jeugdzorg is een besparingsdoel gesteld oplopend naar € 3,75 miljoen in 2024 met als beheersmaatregelen: Het voorkomen van duurdere vormen van jeugdzorg door het vergroten van de grip op de toegang, het investeren in vroegsignalering bij het onderwijs en preventie in de sociale basis. De weging van de in de risicomatrix is hoog.
Arbeidsparticipatie
Op 1 januari 2019 zijn alle op arbeid gerichte participatie- en re-integratieactiviteiten en de bijhorende budgetten overgegaan naar TIEM. De taken worden in 2020 naar verwachting binnen het budget uitgevoerd. Door de toename van het aantal bijstandsgerechtigden wordt in 2021 een toenemend beroep verwacht op arbeidsparticipatie. Vanwege de verwachte toename wordt het risicoprofiel voor arbeidsparticipatie gewogen op midden.
Sociale werkvoorziening
Gemeenten ontvangen van het Rijk een specifieke uitkering voor de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). De toegang tot de Wsw is per 1 januari 2015 afgesloten en het rijksbudget wordt in 40 jaar afgebouwd. Het rijksbudget is niet toereikend om de Wsw-salarissen uit te voldoen. Het tekort op de rijksbijdrage bedraagt in 2021 €1,6 miljoen en is structureel gedekt in de begroting. De opbrengsten uit Wsw-activiteiten lopen terug omdat het steeds moeilijker wordt om het vergrijzende bestand van Wsw-medewerkers te kunnen blijven detacheren. Zij komen dan beschut binnen te werken. Beschut binnen kent een hogere inkoopprijs dan detacheren. Het verschil is in de begroting 2020 van TIEM nog gedekt door het BV-resultaat en een besparingen op arbeidsparticipatie. Het risico is dat als gevolg van de vergrijzing én de coronacrisis meer Wsw-medewerkers sneller in Beschut binnen terecht komen. Het totale risico uitvoering Wsw is op basis daarvan gewogen op midden.
Kwijtschelding
De risico’s zijn zeer beperkt en hebben vooral betrekking op de afvalstoffenheffing. Deze risico’s zijn afgedekt via de reserve afvalstoffenheffing. Bij OZB en rioolheffing is de kwijtschelding qua omvang bijna te verwaarlozen. Het beperkte risico is in de risicomatrix op pm gesteld. Gevolg van de toename van de kwijtschelding is wel dat het bedrag dat ten laste komt van Afval sterk is toegenomen. Hiermee neemt ook het bedrag toe van de inwoners die wel afvalstoffenheffing betalen.